Het klinkt heftig als je hoort dat de overheid zegt dat er begrenzingen moeten komen aan onze reisbewegingen. Door allerlei maatregelen is de overheid bezig om het coronavirus in te dammen en worden onze bewegingen beperkt en wordt ons gedrag begrensd. ‘Wat zullen we nou meemaken? Kan ik mijn verjaardag niet meer vieren? Kan die vakantie nu niet meer doorgaan?’ Als het er om gaat spannen blijken begrenzingen en grenzen opeens weer heel belangrijk te zijn.
Dat roept enorm veel weerstand op. Als je eerst ongelimiteerd je gang kon gaan en het leven rimpelloos verliep, doen sommige mensen alsof de overheid bezig is hun vrijheid af te pakken. Complottheorieën doen de ronde. Er zijn zelfs allerlei tegenbewegingen aan het ontstaan. Als er een grens wordt getrokken, komt er verzet. Aan de ene kant wel begrijpelijk, maar anderzijds toch ook wel bijzonder. Want grenzen horen er in het leven gewoon bij. Alles is begrensd. De kunst is dat je met grenzen leert omgaan.
Dit is een tijd om opnieuw te ontdekken dat er grenzen zijn en hoe we daar mee kunnen omgaan. Een grens is niet alleen maar een beperking in je gaan of staan, maar geeft ook aan waar je aan iets raakt. Wees dat er een grens is. Een grens is de plek waar jij iets tegenkomt. Iemand die tegen zijn grenzen aanloopt, weet dat hij rekening met zijn mogelijkheden moet houden. Een grens daagt uit om te ontdekken wie jij zelf bent en wie de ander is. Grenzen zijn plekken om elkaar te ontmoeten. Grenzeloosheid leidt tot doorgeslagen individualisme.
Uiteindelijk geeft een grens aan hoe jij je tot de ander hebt te verhouden. Als ik een grens voor mezelf ervaar, leer ik wie ik ben. En niet alleen ik over mezelf, maar ook die ander die mij ontmoet! Grenzen bieden ruimte voor echte ontmoetingen. Ieder mens heeft een grens. We hebben allemaal een einddatum. We leven niet eindeloos. We kunnen ziek worden en we zullen allemaal sterven.
Daarom is het verstandig om je grenzen te leren kennen. Het is belangrijk dat je leert met grenservaringen om te gaan. Wie dat steeds maar uitstelt, wordt een keer door begrenzingen overvallen en je raakt in paniek of je vlucht weg in ontkenningen. Soms moet je wel eens ergens tegen aanlopen om te weten dat er grenzen zijn. Als dat pijn doet, schrik dan niet terug, want dan ben je iets aan het leren. Het raakt je dat je niet opeens meer je gang kunt gaan. Maar je wordt er wel wijzer van als we daar lessen uit leren.
In de christelijke Kerk van oudsher is de doop grens. Wie gedoopt wordt heeft een grenservaring opgedaan. Er was een tijd voor die grens, dan gebeurt er iets bij het passeren van de grens, en vervolgens gaat er daarna een weg over die grens verder. Vroeger was het een belevenis als je een grens overging. Dat is het nog steeds, al kun je daar ook aan voorbij leven. Zo’n tijd als deze maakt ons daarop alert.
De ontdekking dat er een grens is en hoe je daar mee leert om te gaan, geeft inkeer en verandert je. Bij de doop is van oudsher zelfs sprake van een ervaring van oud naar nieuw. Waarom? Omdat een grens ook zicht geeft op wat er nog meer is. Je krijgt zicht op iets dat aan die grens voorbij gaat, dat over de grens heen gaat en zicht geeft op iets nieuws, een nieuw leven. De christelijke hoop spreekt daarover: er is een leven na dit leven, de grens van de dood is niet het einde, maar laat de belofte zien van een nieuw begin.